In Doyles Brunson’s Super System valt te lezen hoe hij een grote voorkeur heeft voor AK dan voor KK en zelfs AA. Verrassend genoeg heeft zijn voorkeur niets met kansberekening te maken, statistiek wijst namelijk uit dat AA of KK een grotere winstkans biedt. Tweevoudig wereldkampioen Brunson legt uit dat je met AK meer wint als de kaarten meezitten en minder verliest als je kaarten tegenzitten. Ga maar na, hoe vaak gooide je ‘pocket rockets’ weg voor de River terwijl er met twee boeren op tafel de kans erg groot was dat iemand trips had? Dus als je de volgende keer op Poker aan het spelen bent, leg dan gewoon eens je Aas Koning weg als de kaarten niet meezitten.
The art of checking
Checken is een kunst. De gemiddelde pokerspeler denkt dat het een manier is om even niet bij het spel betrokken te zijn, maar daarvoor is een andere term bedacht: fold.
Checken doe je met een reden, namelijk het vaststellen of jij de controle hebt over het spel. Als je checkt, ga je namelijk controleren of je weet wat je tegenstanders gaan doen. Of ze ook checken, of ze raisen en hoeveel, wie fold, wie callt.
Doen de spelers wat je dacht dat ze zouden doen, dan pas wordt je check gevolgd door je daadwerkelijk actie: callen, raisen of folden. Doen de spelers niet wat je dacht dat ze zouden doen, dan is folden het enige juiste wat te doen.
Sterke en zwakke spelers
Sterke spelers op Poker dwingen je grote bedragen te verliezen, zwakke spelers vragen je grote bedragen te verliezen. Een sterke (niet altijd ook een goeie) speler zorgt ervoor dat je voor de River zoveel in de pot hebt geïnvesteerd dat je niet meer terug kunt. Je bent ervan overtuigd dat zijn kaart de minder is.
Een zwakke speler kun je niet door grote inzetten overtuigen van je goeie kaart. Zij denken dat hun kaart ook goed is en gaan leuk mee. Dit vraagt een grote investering die ook niet aan jou wordt uitbetaald. Voor de River wil je ‘em wegjagen, maar hij flopt zijn derde 6 en je twee paar boeren en heren zijn waardeloos.